top of page

Eén kamer, drie thema's en zeven studenten die in Leiden wonen. Dat is de essentie van het huiskamergesprek, dat maandag 10 oktober plaatsvond op de Universiteit Leiden. Deze sessie is een voorproefje op de Burgertop L750, waarbij 750 Leidse burgers hun mening mogen spuien over verbeterpunten in de stad. Maar voor dit zover is, werpen de zeven studenten alvast een blik op de stad en geven ze aan wat ze graag veranderd willen zien. Want wat vinden studenten bijvoorbeeld van de verkeersveiligheid in Leiden? Kunnen ze probleemloos hun fiets stallen? En zijn ze tevreden met de voorzieningen die de stad hen biedt?

to About
to Work
to Services

Fietsfobie

In aanloop naar de Burgertop L750 zijn zeven studenten aan de tand gevoeld over hun leven in Leiden en wat zij graag verbeterd willen zien in de stad. De meningen liepen soms uiteen, maar over het algemeen waren ze het eens dat Leiden nog wat werk te verzetten heeft.  

Bijna-doodervaring


Het eerste thema: verkeersveiligheid. Kunnen de studenten met een gerust hart door Leiden fietsen? Niet altijd, zo blijkt uit de reacties van de studenten. De kruising tussen Noordeinde en Rapenburg noemen ze een gevaarlijk verkeerspunt: 'Bij het zebrapad op Noordeinde steken mensen zonder te kijken over. Twee maanden geleden lag er nog iemand op de grond.

Op dat punt fietsen ook veel mensen met kinderen, die hun bakfiets er nog eens tussengooien. Dat gaat nog een keer goed mis.' Ook op de kruising tussen de Haarlemmerstraat en de Turfmarkt fietsen de studenten met gevaar voor eigen leven: 'Je raakt er wel aan gewend, maar je hebt wel vaak bijna-doodervaringen.'

De Breestraat is ook niet altijd even veilig, menen sommigen. Zo zorgt het laden en lossen van vrachtwagens voor gevaarlijke verkeerssituaties. Bussen die achter de vrachtwagens proberen te ritsen, fietsers die beide voertuigen snel willen inhalen en op het voetpad gaan fietsen of achter de vrachtwagens langs schieten. Een ongeluk ligt op de loer, iets wat vaker voorkomt in de stad. Laatst zag een student dat een fietser werd aangereden op de Breestraat: 'Het is een kwestie van tijd voor het nog een keer gebeurt.'

 

Naast het aangeven van gevreesde verkeerspunten, bieden de studenten ook oplossingen. Zo hopen ze dat er bij de kruising tussen Noordeinde en Rapenburg een rotonde komt of dat een deel daarvan autovrij wordt. Meer stoplichten in de stad zouden volgens de studenten ook geen overbodige luxe zijn. Tevens zien alle studenten heil in het plaatsen van meer verkeersborden en het aangeven van meer verkeerstekens, zoals haaientanden. Op deze manier krijgt het verkeer in Leiden meer structuur: ‘Nu weet je niet wat wel en niet mag, je kijkt gewoon of je je nog ergens tussen kan friemelen met je fiets.’

 

Een van de studenten noemt de weg bij de Morspoortgarage een goed voorbeeld van een veilige en een gestructureerde verkeersplek: 'Je kan daar eigenlijk niet aan de verkeerde kant fietsen.' Op de Pelikaanstraat en Hooigracht hoeft dezelfde student ook niet te vrezen: 'Daar gebeuren zelden ongelukken en er zijn stoplichten. Iedereen stopt er braaf.'

Misdadiger


Wanneer de studenten het Leidse verkeer hebben getrotseerd, komen ze de volgende uitdaging tegen: het stallen van hun fiets. Voor de supermarkt, bij het station, op school. Noem een typische studentenplek en er zijn altijd wel een hoop gestalde fietsen te vinden. Ze zijn dan ook niet helemaal tevreden met het huidige aantal 'fietsparkeerplekken' in de stad. In de fietsenstallingen voor het station en achter de Jumbo is vaak geen plek meer, zo zegt een student: 'Ik had mijn fiets laatst voor de Jumbo neergezet en na drie uurtjes was die weer verwijderd. Op zich wel goed, want je mag er gewoon niet staan. Maar ik kan mijn fiets nergens anders neerzetten.'

Wanneer je je fiets verkeerd stalt in Leiden, bijvoorbeeld buiten de fietsenrekken op het station, verwijdert de gemeente deze en kun je je stalen ros de dag erna ophalen bij het gemeentedepot vlak bij Leiderdorp. Een student heeft hier minder prettige ervaringen mee: 'Als je daar komt, moet je ook je ID inleveren. Je wordt een beetje behandeld als een misdadiger. Terwijl ik denk: als jullie nou meer stallingen hadden gehad.' Mocht je je fiets terugwillen, dan betaal je een 'boete' van 26 euro. Enkele studenten vinden dit te duur, maar hebben het er wel voor over om hun fiets op deze manier 'terug te kopen'.

Gazastrook

De studenten maken niet alleen veel gebruik van de fietsenstallingen, maar ook van de voorzieningen in de stad. In hun vrije tijd gaan ze naar de sportschool, drinken ze een drankje in het café en eten ze een hapje in de stad. Zulke voorzieningen zijn goed bereikbaar in Leiden, zo blijkt uit de reactie van een student: 'Alles is in Leiden binnen een kwartier te fietsen, waar je ook bent.'

De studenten zijn het erover eens dat de stad hen veel voorzieningen biedt, maar het kan altijd beter.  Zo mist een student een danscafé, ofwel 'een leuke uitgaanskroeg waar je kan dansen'. Een ander groot gemis is een kwalitatief goede bioscoop: 'Geef ons een Pathé! Die bioscopen zijn hier dramatisch. In Tuschinski lopen de muizen tegen de muur en dat idee heb ik ook bij de bioscopen in Leiden.' De geluidskwaliteit vinden de studenten ook niet al te best. Ze vinden het dan ook geen probleem als er een bioscoop buiten de singels komt, als die maar beter is dan de Lido of Trianon.

De oude man staat op het punt om het zebrapad over te steken. Een bus rijdt zijn kant op. Een fietser schiet de bus voorbij en remt net op tijd voor de man die oversteekt. 'Pas op!' roept de fietser. De man schrikt en staakt abrupt zijn looppas. Voor inwoners van Leiden is dit fictieve verhaaltje een alledaagse werkelijkheid. Zo ook voor mij. Op meerdere kruisingen in de stad, waaronder die tussen de Breestraat en Rapenburg, is het een ratjetoe van voetgangers, fietsers, auto's en bussen. Deze verkeersdeelnemers willen allemaal tegelijk oversteken of doorrijden. Zo lijkt het immers.

Als een naïef Limburgs meisje fietste ik op mijn eerste schooldag naar de universiteit. In Leiden zal het verkeer wel goed geregeld zijn. Dacht ik. Maar nee, fietsen in Leiden is vaak allesbehalve ontspannend. Voor je het weet, heb je een gewonde voetganger onder je kromme fietswiel liggen. Ietwat overdreven misschien, maar een goede rem op je fiets is geen overbodige luxe in Leiden. Fietsen in Maastricht, de stad waar ik vandaan kom, is rustgevender. Daar blijven fietsers echt weg uit de drukke winkelstraten. Daar worden ze niet afgesneden door auto's en bussen, aangezien die niet in de binnenstad mogen rijden. En daar stoppen ze voor haaientanden en wachten ze braaf voor het rode stoplicht. Vooruit, dat laatste gebeurt ook niet altijd.

Mijn oplossing voor de chaotische verkeersstress waar menig Leidenaar in verkeert? Plaats meer stoplichten bij kruisingen, schilder meer haaientanden op straat en plant meer verkeersborden in de stad. Toegegeven, een erg origineel idee is het niet, maar wel effectief. Zeker voor mijn gemoedstoestand. Mijn hart begeeft het nog net niet als ik weer eens ternauwernood in mijn fietsremmen moet knijpen, wanneer een voetganger plotseling oversteekt. Nu moet ik bekennen dat ik sowieso geen held op de fiets ben - gevolg in het verleden: een gebroken pols en een zwaar gekneusde voet - maar de gemeente mag ook haar best doen om mijn hartslag op een gemiddeld niveau te houden.

Ondanks mijn verkeerfobie in de binnenstad heeft Leiden een speciaal plekje in mijn hart gekregen. De terrassen langs de grachten, de rondvarende bootjes in de zomer en het strand op dertig minuten fietstand. Dat zijn kleine fijne dingen die Maastricht niet heeft en die ik mis als ik in de Limburgse hoofdstad vertoef. Al wordt dat meermaals gecompenseerd door een groot stuk Limburgse vlaai. Wat ik meestal niet mis in Maastricht, is de Leidse verkeerschaos. Volgens sommigen hoort deze ratjetoe misschien bij de charme van de stad, maar ik houd mijn remmen alvast ingedrukt als ik door Leiden fiets. Want je weet maar nooit.  

De studenten zijn verder goed op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de plaatsing van nieuwe fietsenstallingen. Zo vinden ze de weggehaalde fietsenstalling tegenover het station, waar afgelopen zomer het festival De Buurt huisde, 'een hele fijne' en weten ze dat daar weer een nieuwe stalling komt. Een vordering waar ze erg blij mee zijn. Nog meer fietsenstallingen installeren rondom het station vinden ze niet per se noodzakelijk.

Wel vinden ze dat de bewaakte fietsenstallingen rondom het station de hele nacht open mogen blijven. Een sluit namelijk om 9 uur 's avonds, de ander om 1 uur 's nachts. Veel te vroeg, volgens de studenten. Ze willen elk moment van de dag hun fiets kunnen stallen en ophalen. Behoefte om ook 's nachts bewaking in te zetten, is er niet: 'Die man staat bij het hokje en gaat ook niet echt controleren of je daar een fiets staat te stelen.' 

Het winkelaanbod in Leiden bekoort de studenten ook niet. Een grote

elektronicawinkel als de Mediamarkt en hippe kledingwinkels zouden volgens

hen een goede toevoeging zijn. De meeste winkels in de Haarlemmerstraat zijn

dan ook niet bepaald geliefd: 'Wat zijn dat voor winkels?

Komen daar ooit mensen?' De Haarlemmerstraat mag sowieso worden 'opgelapt'.

De straat heeft nu geen uitstraling en mag wel wat sfeervoller,

menen de studenten. Ze gaan er dan ook niet er graag lunchen met familie

en vrienden: 'De straat is niet iets wat je gaat showen aan mensen van buitenaf.'

Net als de Haarlemmerstraat, mogen het stationsgebied en de Stationsweg ook een opknapbeurt krijgen. Een student vindt deze buurt 'net de Gazastrook'. De coffeeshops en de telefoniewinkeltjes op de Stationsweg maken het aanzicht er ook niet mooier op. Een student noemt de straat 'achterbuurterig', terwijl die juist de aanloop naar het centrum is. Maar hoe maak je de buurt aantrekkelijker? Volgens de student scheelt het al een hoop als de gemeente er een paar mooie lantaarnpalen en bloembakken plaatst, en er leuke boetiekjes komen.  

Ondanks de verbeterpunten, zijn de meeste studenten tevreden over het leven in Leiden. Met name het zomerse festival De Buurt was volgens hen een groot succes. Dat zouden ze wel het hele jaar door willen bezoeken. Verder ziet het merendeel zichzelf nog over tien jaar in de stad wonen: ‘Toen ik hier net woonde, moest ik wel even wennen. Maar nu houd ik van Leiden, ik voel mij hier helemaal thuis!’

L750 Burgertop Leiden

Zaterdag 14 januari 2017 vindt in de Stadsgehoorzaal Leiden de L750 Burgertop plaats. De L750 is een afgeleide van de G1000, een burgerinitiatief waar 1000 inwoners op één dag samenkomen om met elkaar in gesprek te gaan over wat zij belangrijk vinden voor hun dorp, stad of gemeente.

Wist je dat…?

Dit najaar voorafgaand aan de voorafgaand aan de L750 zo’n 100 huiskamergesprekken plaatsvinden waarin ongeveer 7 Leidenaren onderwerpen inventariseren?

Er al 15 steden/gemeenten zijn geweest waar een burgertop is gehouden?

Het op 19 december 2016 precies 750 jaar geleden is dat Leiden stadsrechten kreeg….

… en dat Leiden daarom geen L1000, maar een L750 Burgertop krijgt?

De eerste Nederlandse G1000 in 2014 plaatsvond in Amersfoort?

 

bottom of page